“Ik had kanker en hield dat stil”

door | jan 14, 2021

Zo nu en dan worden we ‘opgeschrikt’ door een bekende Nederlander die kanker blijkt te hebben. Of liever gezegd, bleek te hebben. Het moment waarop ze dat wereldkundig maken, is namelijk vaak pas als de behandelingen erop zitten. 

De eerste reactie is vaak, ach wat verdrietig hij heeft het ook. Alsof ze door het BN’er-schap, niet net zo goed ziek kunnen worden. Een beetje vergelijkbaar met een arts die zelf patiënt wordt. Kanker maakt geen uitzonderingen. 

Lange termijn gevolgen 

Jaarlijks zijn dat zo’n 118.000 mensen. Gelukkig is de kans op overleving inmiddels 65%, maar dat maakt de impact van deze ziekte niet minder groot. 

Dat blijkt bijvoorbeeld uit de lange termijn gevolgen waar een aanzienlijk deel van de patiënten last van heeft. Met name vermoeidheid is een veelgehoorde klacht. Maar ook onbegrip van de omgeving wordt als vervelend ervaren. 

Opmerkingen als ‘nu kun je gelukkig weer verder’ of ‘misschien moet je je maar gewoon over die vermoeidheid heen zetten’, wekken irritatie op. Het lijkt alsof daar aannames in zitten. Over hoe iemand met de ziekte om zou moeten gaan. Of over dat iemand zich misschien aanstelt als hij/zij na lange tijd nog met klachten loopt.

Wanneer vertel je het aan anderen

Dat maakt het delen met anderen niet makkelijk. En misschien is dat een reden dat BN’ers vaak pas in een laat stadium wereldkundig maken dat ze ziek zijn. Het bekend zijn zal ongetwijfeld ook meespelen, er moet nog wel iets privé kunnen blijven natuurlijk.

Maar wat opvalt is dat bijvoorbeeld Tjitske Reidinga en zeer recentelijk André van Duin, pas op een later moment hebben gedeeld dat ze kanker hebben gehad. Tjitske pas na een paar jaar, toen ze de rol van kankerpatiënt kreeg, voor de serie “De K van Karlijn”.  Ze vertelde hierover dat ze vooral wilde dat alles ‘gewoon doorging’. En besloot daarom, buiten haar dierbaren, het niemand te vertellen. 

André was iets sneller. Hij vertelde het na de eerste paar chemo behandelingen. Hij kan namelijk slecht tegen meewarige blikken, zo was zijn verklaring. 

Natuurlijk moet iedereen vooral de ruimte krijgen om zijn of haar eigen tempo te nemen. Tenslotte is het een heftig proces van verlies én acceptatie. 

Onze instagram wereld

Maar speelt onze tijdgeest hierin ook niet een rol? De tijd waarin we vooral veel mooie dingen willen delen. Instagram staat vol met de meest mooie, gefilterde en geretoucheerde plaatjes. We praten graag over het positieve. Over pijn en verdriet praten is een stuk lastiger. Ongemakkelijk ook. Want wat moet je zeggen? 

Misschien houdt dat dan wel in stand dat we dus moeilijke dingen niet zo snel delen. Terwijl de behoefte aan steun in die fases juist enorm groot is. En daarnaast is het ook héél normaal! Het is niet alleen maar hosanna. Pijn en verdriet horen ook bij het leven. Hoe meer we daarover praten, hoe meer begrip er zal komen.

Wat jij kunt doen als je in dezelfde situatie zit

Als jij je nu in dezelfde situatie bevindt, zul je je misschien afvragen hoe je dit dan kunt aanpakken. 

Laat ik vooropstellen dat iedereen anders is. Iedereen gaat op een andere manier met kanker op. En ieder heeft ook zijn eigen tempo. Er is geen enkele manier goed of fout. Dat betekent ook dat er dus geen knip en klaar antwoord is over hoe je het zou moeten doen.

Wel zijn er wat dingen waar je rekening mee kunt houden. 

  1. Voel bij jezelf wat jouw behoefte is. Dat betekent niet dat die behoefte niet kan veranderen. Maar neem het zoals het nu is. En is het morgen anders? Dan pas je je daarop aan. Heb je nu behoefte om het maar een paar mensen te delen? Dan doe je dat. En wanneer je juist voelt dat iedereen het maar gewoon moet weten, dan is dat ook prima. 
  2. Als je het met een beperkt aantal mensen wilt delen, kies dan bewust aan wie je het wél verteld. Ga voor mensen die jou goed kennen, en die kunnen aansluiten bij jouw behoeften.
  3. Geef bij degenen die het weten aan, wat jij van ze nodig hebt. Hoe goed ze jou ook kennen, dit proces gooit zoveel overhoop, dat het heel normaal is als ze jou ‘ineens’ niet goed aanvoelen. Maak het makkelijk voor ze (en voor jezelf) door te benoemen wat jou helpt. Wil je de ruimte krijgen om een potje te janken? Zeg dat dan. Of misschien sta je op scherp en voel je je krachtig. Dan heb je wellicht geen zin in triest blikken en medelijden. Zeg dat dan ook!
  4. Ben je bezig om terug te keren naar werk? Geef dan ook hier goed aan wat je op dit moment nodig hebt. Kies een vertrouwenspersoon met wie je regelmatig even kunt bijpraten. Iemand die begrijpt dat jouw behoeftes kunnen wisselen en die je hierbij kan helpen. 
  5. Heb je kinderen? Zorg dan dat een vertrouwd persoon van je kind(eren) het weet en informeer hem/haar wat je je kinderen wel of niet verteld. Bijvoorbeeld een leerkracht of sportdocent. Geef ook aan wat je belangrijk vindt. Diegene kan dan aansluiten bij je kind. Zo voorkom je dat je kind misschien ineens veel meer te horen krijgt dan jij op dat moment wilt. 

Het allerbelangrijkste is dat je bij jezelf blijft. Ga uit van waar jij behoefte aan hebt. Wat jóu helpt. En deel dat dan met degenen die je graag om je heen hebt. Waar jij je aan kunt optrekken. Die je graag helpen. Want ook al voelt het eenzaam, kanker heb je niet alleen!