Vermoeidheid door kanker. Wat kun je er aan doen?

door | apr 17, 2021

Met stip op één als meest genoemde klacht na behandelingen tegen kanker: vermoeidheid.

En niet een vermoeidheid zoals je hebt na een drukke dag op het werk. Nee, vermoeidheid die je overvalt. Zomaar, ineens. Die onverwacht opkomt en niet eens altijd nadat je iets hebt ondernomen. 

Vermoeidheid zonder reden

Vermoeidheid na kanker komt ontzettend veel voor. Ongeveer 80% van de mensen die kanker hebben, ervaren vermoeidheid. Gelukkig verdwijnt die vermoeidheid vaak, maar zeker nog 35% van de mensen blijft die vermoeidheid houden, ook na één jaar. 

Het vervelende van die vermoeidheid, is dat er dan geen medische oorzaak voor is. En vaak krijg je dan te horen dat je er dan maar mee moet leren leven. Dat kan ontzettend frustrerend zijn. En het zorgt voor onbegrip. Van sociale contacten, maar ook van collega’s.  Het is niet te zien en dat maakt het zo lastig. Je krijgt te horen dat je je er ‘misschien maar gewoon overheen moet zetten’. 

Als je kijkt naar wat er allemaal gebeurd is, is het niet zo gek dat die vermoeidheid er is. Want los van de effecten van alle behandelingen die je gehad hebt, is er natuurlijk ook veel te verwerken op mentaal niveau. 

Overlevingsmodus kost energie

Als je te horen krijgt dat je kanker hebt, kom je in een soort overlevingsmodus. Daar kom je eigenlijk automatisch in. Het is een mechanisme in ons lijf om ons te beschermen. Het sympathische zenuwstelsel. Het zorgt voor een stress hormoon zodat we alert zijn. En dus ben je bezig met te ondergaan en doorstaan van de ziekte, onderzoeken en behandelingen. Er is geen ruimte om hierbij stil te staan. Je bent aan het overleven.

Hoe langer je in overlevingsmodus hebt gestaan, hoe langer je een bepaalde mate van stress hebt ervaren. Je hebt lang ‘AAN’ gestaan. Het parasympatische zenuwstelsel is je herstelmodus. Die volgt op je overlevingsmodus om je weer ‘neutraal’ te krijgen. Maar het duurt soms wel even voordat die actief wordt.

Eigenlijk blijft je overlevingsmodus dan als het ware te lang ‘AAN’ staan. En dat kost bergen energie! 

Vermoeidheid en het gezinsleven

Het gezinsleven vraagt soms ook bakken energie. Dat is wel afhankelijk van de leeftijd van je kinderen natuurlijk, maar hoe dan ook ben je er druk mee. Meedenken aan wat er mee naar school moet, helpen bij het huiswerk of herinneren aan huiswerk. Nadenken over wie wanneer moet sporten, de eetmomenten daarop aanpassen. Het is een enorme puzzel. 

En een flinke extra belasting als je kanker hebt. Wat vroeger misschien als vanzelf leek te gaan, kan nu ineens een flinke extra belasting voor je zijn. Voel je daar niet schuldig over! Je brein heeft enorm veel te verwerken, en dat is voelbaar!

Samenspel van factoren

Misschien slaap je daarnaast slecht, doordat je je zorgen maakt of angstig bent. Dat heeft invloed op je energieniveau. Maar ook anders eten doordat misschien nog niet alles even lekker smaakt, kan invloed hebben op je energieniveau. 

En zo zie je al dat er behoorlijk wat dingen van invloed zijn op je energie. Neem daarbij dat je dan ook nog ‘gewoon’ moet verwerken wat er allemaal gebeurd is. Angsten, verdriet en zorgen een plek moet geven. En zo haakt alles in elkaar. Een ingewikkeld samenspel van allerlei factoren!

Wat kunnen jij en je gezin dan doen om je energie te verbeteren

Belangrijk is om te bepalen welke zaken er bij jou spelen, zoals:

  • Voeding
  • Slaap
  • Emoties zoals angst
  • Relaties
  • Gezinsleven
  • Activiteiten

Aan voeding valt soms niet 1,2,3 iets te veranderen. En slaap hangt vaak samen met de emoties die misschien overheersen. Dan is het het handigst om eerst die emoties een plek te gaan geven. Want dat kan vervolgens de slaap positief beïnvloeden. 

Wat te doen aan emoties

Emoties die je bezighouden, zoals angst, zorgen maken, onzekerheid, verlies van vertrouwen, drukken we vaak weg. Ze voelen vervelend en willen ze niet voelen. Maar hoe meer je ze negeert, hoe sterker ze vaak worden. Gek genoeg helpt het juist door erbij stil te staan. Een dagboek kan je hierbij helpen. Hou voor jezelf bij wat je bezighoudt. 

Praat daarnaast met een goede vriend(in) of je partner, over wat je bezighoudt. Ook praten zorgt ervoor dat je stil staat bij emoties. Dat je ze toelaat. Bovendien is het ook fijn om te horen wat je partner of je kinderen bezighoudt. Misschien maak jij je wel zorgen over iets waar zij helemaal niet mee bezig zijn. Scheelt weer een beetje.

Als je merkt dat dit je niet helpt, en de emoties overheersen je dagelijkse leven, dan is het misschien goed om hier hulp bij te zoeken. Dat kan een gespecialiseerde coach of rouwtherapeut zijn. Of een psycholoog, als dat je voorkeur heeft, kan natuurlijk ook. Kies vooral wat bij jou past. 

Je relaties onder de loep nemen

We kennen allemaal wel van die contacten die ons uitputten. Van die mensen die veel energie vragen. Die vaak meer zelf praten dan dat ze interesse in jou tonen. We zouden er allemaal bij gebaat zijn om af en toe eens de balans op te maken van kennissen en zogenaamde vrienden. Maar zeker als je ernstig ziek bent geweest, is het goed om je sociale contacten na te gaan. Je bent herstellende. Van een heftig traject. Het laatste waar je op zit te wachten zijn energiezuigers. 

Dat wil niet zeggen dat je ze voor altijd moet bannen uit je leven. Misschien dat je er later (weer) behoefte aan krijgt om ze te zien. Of niet. Maar kijk eens naar wat contacten met je doen. Ik durf te wedden dat je de contacten die energie zuigen zo op kunt noemen.

Hulp bij het gezinsleven

Misschien klinkt het raar, maar ga eens kijken of je een ‘werkplan’ kunt maken voor je gezinsleven. Het mooiste is als je dat al snel maakt en klaar hebt liggen. Zodat je er, als je thuis aan het herstellen bent van de chemo, niet dan pas aan hoeft te beginnen.

Bedenk samen met je partner wat het ritme van jullie gezin is. Wie moet op welke dag waar naartoe? Wat deed jij? Wat kan je partner nu daarvan overnemen? En welke taken blijven er dan nog over?

Maak een lijstje met zogenaamde ‘hulptroepen’. Mensen die je vertrouwt en belangrijker nog: mensen die jou energie geven! Bedeel hen een taak toe. Bijvoorbeeld een vriendin die op maandag de rit naar de hockeyclub op zich neemt. En die buurman die jullie voortuin voorlopig voor jullie onderhoudt.

Misschien wil iemand anders graag 1x per week voor je koken en de maaltijd komen brengen. En weer iemand anders kan misschien een handje meehelpen met de was. Voel je niet schuldig om hulp te vragen. Hoe vaak heb jij sinds de diagnose gehoord “als ik iets voor je kan doen, moet je het zeggen hė?”. En hoe vaak heb je daarvan gebruik gemaakt?

Mensen vinden het fijn om te kunnen helpen. Om echt iets (praktisch) te kunnen doen waar je iets aan hebt. Bedenk, als je het lastig vindt om hulp te vragen, dat je hen daarmee blij maakt!

Afhankelijk van de leeftijd van je kinderen, kun je ook een groepsapp maken. Met ouders uit de buurt waar je kinderen af en toe mogen spelen. Zodat jij even je rust kunt pakken. 

En als je kinderen wat ouder zijn: bedenk dan bij wie ze terecht kunnen om hun hart te luchten. Soms praten ze misschien makkelijker met de ouder van een vriend of vriendin. Bedenk wie dat voor jouw kind zou kunnen zijn. Licht die persoon in. Vraag of hij/zij een extra oogje in het zeil wil houden, wanneer jouw kind daar over de vloer komt. 

Activiteitendagboek bijhouden

Wat ook enorm veel inzicht kan brengen is het bijhouden van wat je zoal onderneemt. Maak elke dag een opsomming van wat je hebt gedaan aan plus- en aan min activiteiten. Plus activiteiten zijn dingen waar je energie van krijgt. En min activiteiten kosten je energie. 

Bepaal vervolgens hoe je dit kunt veranderen als de balans negatief is. Kun je meer plus activiteiten toevoegen? Of wat min activiteiten schrappen?

Bedenk je ook goed dat leuke activiteiten energie brengen, maar tegelijkertijd net zo goed energie kosten. Als het zo leuk/waardevol is dat je het ervoor over hebt daarna even helemaal uitgeteld te zijn, is dat natuurlijk prima. Zolang het maar een bewuste keuze is. En je ruimte voor herstel inruimt in de uren/dagen daarna.

Min activiteiten schrappen is misschien iets makkelijker om te doen. Het huishouden? Dat is nou echt een taak die je uit handen zou kunnen geven. Aan je partner bijvoorbeeld. Of misschien je kinderen. Die vinden het vaak prettig om ook iets concreets te kunnen doen. En dan is het misschien niet helemaal zoals jij het zou doen, maar wat is nou het belangrijkste?

Misschien kun je je vrienden ook concrete ‘opdrachten’ geven. Zoals boodschappen halen, of even dat pakketje wegbrengen. Simpele dingen. Maar vaak niet iets waar mensen aan denken. “Laat het me weten als ik iets voor je kan doen”. Heb je vast vaak gehoord. Maar waarschijnlijk minder vaak gebruik van gemaakt. Doe dat wel! Mensen willen graag helpen!

Delen en praten

Als laatste: deel ook vooral dat activiteiten dagboek met je partner en kinderen. Dat maakt echt zichtbaar hoe het met jouw energie is. Uitleggen is één ding, maar een plaatje zegt vaak meer. Als je nog jonge kinderen hebt, is het ook handig om een schema met plaatjes ergens zichtbaar in huis op te hangen. Smileys werken daar ook goed bij. Dus als jij even moet rusten, geef dat dan ook aan op dat schema. Of hang iets aan de deurklink van je slaapkamer, waaruit blijkt dat jij even met rust gelaten moet worden.

Het is vaak de oplossing voor veel dingen: communicatie. Neem de ander(en) mee in wat er bij jou speelt. Waar je mee geholpen bent, wat je nodig hebt. En wanneer je er de energie voor hebt, vraag dan ook eens rustig wat het met hén allemaal doet. Zo maak je het een gedeeld probleem en strijd je samen tegen de vermoeidheid, in plaats van alleen!